mrb-standaard-klein

Exameneisen

De exameneisen voor het Militair Ruiterbewijs bestaan uit vier onderdelen:

  • de theorie vereist voor het Ruiterbewijs van de SRR (zie MRb Theorie);
  • de militaire theorie van de Stichting Militair Ruiterbewijs (zie MRb Theorie); en
  • de rijproef van de Stichting Militair Ruiterbewijs (klik hier).
  • de verkeersproef van de SRR

Met ingang van 2020 dient bij examens ook de verkeersproef van de SRR te worden afgelegd.

Tijdens de rijproef van de Stichting Militair Ruiterbewijs worden onder meer de volgende vaardigheden vereist: 

  • het rijden met stang-en-trens-hoofdstel ;

  • sabelexercitie te paard;

  • het rijden en maken van sprongen met stang-en-trens-hoofdstel en getrokken sabel. 

De criteria waarop de Examencommissie de kandidaten beoordeelt zijn:

  • controle over het paard;

  • stap;

  • draf;

  • galop;

  • rijden van de wendingen;

  • wijken voor het been;

  • springen zonder getrokken sabel;

  • spingen met getrokken sabel;

  • sabelvoering en –exercitie;

  • regelmaat / takt / grondtempo;

  • houding en zit;

  • correctheid en effect van de hulpen; en

  • verzorging paard, harnachement en tenue.

Het beoordelingscriterium controle over het paard heeft een drievoudige weging. Kandidaten kunnen 10 punten per onderdeel en aldus maximaal 150 punten behalen. Bij 90-104 punten (gemiddeld 6 tot 7) volgt het oordeel voldoende; bij 105-119 punten (gemiddeld 7 tot 8) goed; bij 120-150 punten (gemiddeld een 8 of meer) uitstekend.

Examencommissie

De Stichting Militair Ruiterbewijs hanteert een onafhankelijk Examencommissiebeleid. De Examencommissie heeft als opdracht te beoordelen of de ruiter in staat mag worden geacht op verantwoorde en correcte wijze deel te nemen aan militaire bereden optredens met stang-en-trens-hoofdstel en getrokken sabel. Kik hier voor de aanwijzingen voor de Examinatoren ten aanzien van de beoordelingscriteria.

Examinatoren dienen aan de volgende vereisten te voldoen:

  • KNHS-jurybevoegdheid springen en/of dressuur klasse B/L;

  • militaire of bereden politieachtergrond (geldt niet voor MRb-Examencommissielid namens SRR).

Tot verdere aanbeveling strekken:

  • het als ruiter of staflid deelgenomen hebben aan een ere-escorte;

  • het behaald hebben van het Militair Ruiterbewijs, het Militair Ruiterbewijs in Zilver en/of het Militair Ruiterbewijs in Goud.

De Stichting Militair Ruiterbewijs behoudt zich het recht voor om de Examencommissie in voorkomend geval op basis van andere, vergelijkbare criteria samen te stellen.